Workgroup 1, Part 2, Suggestions

NEDERLANDS

1. Suggesties voor de wetgeving van sociale zekerheid (werknemers, arbeiders en bedienden)

– Toegang tot de werkloosheid – social bescherming Welke oplossingen kan men hier uitwerken zodat bijvoorbeeld het aantal dagen gemakkelijker kan bewezen worden, eventueel afhankelijk van leeftijdscategorie. Kunnen bepaalde (nu niet vergoede) periodes waarin de kunstenaar professioneel actief is als arbeidsdagen meetellen, bijvoorbeeld in context van een kunstenaarsresidentie, artistiek onderzoek of een opleiding? Het beste zou natuurlijk zijn als artistiek onderzoek, opleidingen en residenties een correcte vergoeding zouden voorzien, maar ook hier heeft de kunstenaar weinig invloed op vergoedings praktijken in residenties in het buitenland. Indien er geen vergoedingen zijn, dan biedt het Nieuw-Zeelands model dat we hieronder bespreken misschien een oplossing?

inschakelingstraject: coeefficient van vergoedign rugzaksysteem: vb 3 jaar tijd om te werken en ruimere referteperiode voorzien wachttijd voor kunstneaars wegvallen

els: cijfers verzamelen over inschakelingsuitkering: hoeveel kunstenaars maken nu daarvan gebruik? floris: zijn we nu mee bezig. Loonpassie heeft ook getoond dat er niet voldoende (afgescheiden voor kunstenaars) cijfers zijn.

tijdscrediet: bestaand systeem korte contracten kunstenaars hebben geen toegan

bestaande niuew-zeelandsmodel wordt op dit moment opnieuw gepoogd installeren. Prestaties waar geen geld voor is wel laten meetellen voor het opbouwen van sociale rechten.

beurs : aanvullen let rsz werk in onderwijs: loonkorf: zelfstandige bijdrage - daar moeten ook rechten uit geput kunnen worden kwalitatieve waardering = gaat richting eengemaakt statuut

upact: onder soc zekerheid blijven - terugvalpositie hebben (werklooshied) -

ronny: exponentieel economisch effect van arbeid in kunsten. steden die hoog scoren zijn steden waarin veel waarde wordt gerealiseerd door cultuur. veel prestaties worden niet in ons voordeel in rekening gebracht. in duitsland is de coronacrisis aangegrepen om juist daarom hard in cultuur te investeren. els: maar juist daarom zouden instellingen meer geld moeten krijgen om kunstenaars juister te remunereren. ronny: sociaal ‘geperverteerde’ positie strookt totaal niet met wat wij doen als kunstenaars.

nikol: verdeling van competenties en geografie: sommige steden werken wel hard aan cultuur via bijvoorbeeld stedelijke ontwikkelingen, andere doen dat niet.

ronny: kunstenaars als case-study voor arbeidsrelaties in de maatschappij in het algemeen. platformeconomie is rap dominant geworden.

lieve: publieke opinie over kunstenaars/draagvlak moet sterker.

schijnzelfstandigheid: verplicht werken als zelfstandige. holt ook sociale zekerheid uit.

els soc. bijdrage auteursrechten: nota sota is tegengesteld aan nota cultuurloket hierover. zelfstandigen doen dat niet

servaas geen consensus om daar soc rechten op te betalen

hoe rechten opbouwen: nog steeds een stufk soc zekerheid betalen om rechten op te bouwen niklol combineerbaarheid van de verschillend epuzzelstukken: op welke stukken betalen we een bijdrage

servaas: schijnwerknemerschap!

floris: draagvlak erkenning van urgentie bij alle pol partijen waarove gaan we een akkoord vinden - drie grote principes art pratkijk versterken solidariteit - meer bijdragen? soc zekerheid dekkend maken solidariteit dekkende sociale zekerheid -> dus meer bijdragen.

75mill recurrent bijkomende budget

heeft de sector ook een solidariteitsreflex succesvolle artiesten dragen meer

- CAO voor taakloon Voor het werknemersstatuut vragen wij een herziening van artikel 1bis (taakloon) (van toepassing als men niet werkt in een hiërarchische relatie met een werkgever) en een juridische koppeling van artikel 1 bis aan de sociale zekerheid via een CAO.

Momenteel gelden CAO’s niet voor kunstenaars die werken onder artikel 1bis. En het ‘visum voor kunstenaars’ afgeleverd door de commissie kunstenaars is een slecht middel om te bepalen wie al dan niet een beroep kan doen op artikel 1 bis of niet. Dit visum lost trouwens ook de problemen van slechte betaling niet op.

CAO’s kunnen afgesloten worden zonder een herziening van de arbeidswetgeving. Een piste kan zijn om te werken aan een CAO - PC 304 voor zelfstandigen en voor 1 bis. Deze CAO zou met een Koninklijk Besluit afdwingbaar kunnen gemaakt worden. De relatie met de reële tijdsduur van het werk zou ook deel moeten uitmaken van deze afspraken. PC 329 zou dan eventueel snel kunnen volgen.

- Afschaffing van KVR

SOTA wil een einde maken aan het gebruik van de KVR of de ‘kleine vergoedingsregeling’. De KVR diende als maatregel om kleine opdrachten binnen het veld van de amateurkunsten te reguleren en zo zwartwerk te vermijden. Maar de KVR wordt momenteel gebruikt als een vorm van verloning van professionele kunstenaars en kunst werkers. Kunstenaars die een KVR gebruiken bouwen echter geen sociale rechten op. Er is veel misbruik en dit creëert nu een situatie van onderbetaling en oneerlijke concurrentie voor veel kunstenaars en kunst werkers. Instellingen of organisaties zouden KVRs niet mogen gebruiken als verloning, maar doen dit toch. We stellen voor om de KVR af te schaffen. Om vrijwilligers te vergoeden is er reeds voldoende regelgeving, een KVR specifiek voor kunstenaars is daarbij niet nodig.

- Werkvisa die de twee verschillende sociale statuten erkennen

Een werkvisum wordt nu verleend ofwel op basis van een vast werk contract ofwel van een zelfstandige statuut. Werknemers die via artikel 1 bis of interim SBK werken komen momenteel niet in aanmerking voor een visum. Nochtans is dat de manier waarop de meeste startende jonge kunstenaars in het begin aan de slag gaan. Dit maakt dat er discriminatie optreedt ten aanzien van kunstenaars die uit het buitenland afkomstig zijn maar in België werken.


FRANCAIS

1.Suggestions pour la législation de la sécurité sociale (travailleurs, ouvriers et employés)

– CCT pour le salaire à la tâche

Pour le statut de salarié, nous demandons une révision de l’article 1bis (salaire à la tâche) (applicable pour les relations non hiérarchiques avec un employeur) et un couplage juridique de l’article 1bis avec la sécurité sociale via une convention collective du travail.

Actuellement, les conventions collectives ne s’appliquent pas aux artistes travaillant sous l’article 1bis. De plus, le « visa pour les artistes » délivré par la Commission des Artistes est un mauvais moyen de déterminer qui peut y faire appel ou non. Ce visa ne résout pas non plus les problèmes de mauvais paiement.

Les conventions collectives de travail peuvent être conclues sans révision de la législation du travail. Une solution pourrait être de travailler sur une CCT - CP 304 pour les indépendants et pour l’article 1bis. Cette CCT peut être rendue exécutoire par décret royal. La relation avec la durée réelle du travail devrait également faire partie de ces accords. La CP 329 pourrait alors suivre rapidement.

- Suppression du RPI

SOTA veut mettre un terme à l’utilisation du RPI ou du « régime des petites indemnités ». Le RPI a servi de mesure de réglementation pour les petites commissions dans le domaine des arts amateurs afin d’éviter le travail non déclaré. Mais le RPI est actuellement utilisé comme une forme de rémunération pour les artistes professionnels et les travailleurs de l’art. Les artistes qui utilisent un RPI ne cumulent pourtant aucun droit social. Le nombre d’abus contribue à créer une situation de sous-paiement et de concurrence déloyale pour de nombreux artistes et travailleurs de l’art. Les institutions et les organisations ne devraient pas utiliser le RPI comme moyen de rémunération, mais cette pratique est courante. Nous proposons d’abolir le RPI. Une réglementation suffisante existe pour indemniser les bénévoles, un RPI spécifique aux artistes n’est pas nécessaire.

- Des visas de travail qui reconnaissent les deux différents statuts sociaux

Le visa de travail est désormais accordé sur base d’un contrat de travail permanent ou d’un statut d’indépendant. Les travailleurs qui exercent leur activité par l’intermédiaire de l’article 1bis ou d’un BSA intérimaire ne peuvent pas bénéficier d’un visa. Pour beaucoup de jeunes artistes, c’est pourtant le meilleur moyen de démarrer leur carrière. Cela entraîne une discrimination à l’égard des artistes qui viennent de l’étranger mais qui travaillent en Belgique.


ENGLISH

1. Suggestions for the legislation of social security (workers)

- Collective labor agreements for task-related wages (‘taakloon’)

For the workers’ statute, we ask for a revision of article 1bis (task remuneration) (applicable when one does not work in a hierarchical relationship with an employer) and a legal link of article 1a to social security via a Collective Labour Agreement.

Currently, CLAs do not apply to artists working under Article 1a. And the ‘visa for artists’ issued by the Artists’ Commission is a poor means of determining who can or cannot invoke Article 1a. Moreover, this visa does not solve the problems of poor payment.

Collective labour agreements can be concluded without revising labour legislation. One piste could be to work on a CLA - PC 304 for the self-employed and for 1a. This CLA could be made enforceable by Royal Decree. The relationship with the actual duration of the work would also have to be part of these agreements. PC 329 could then possibly follow quickly.

- Abolition of KVR

SOTA wants to put an end to the use of the KVR or the ‘small fee scheme’. The KVR served as a measure to regulate small commissions within the field of amateur arts and thus avoid undeclared work. But the KVR is currently used as a form of remuneration for professional artists and art workers. However, artists who use a KVR do not build up any social rights. There is a lot of abuse and this now creates a situation of underpayment and unfair competition for many artists and art workers. Institutions or organisations should not use KVRs for remuneration, but do so anyway. We propose to abolish the KVR. There is already sufficient regulation to compensate volunteers, a KVR specifically for artists is not necessary.

- Work visas that recognise the two different social statutes

A work visa is now granted on the basis of either a permanent employment contract or a self-employed status. Workers who are employed via article 1a or interim SBK are currently not eligible for a visa. Yet that is how most young artists are starting out. This results in discrimination against artists who come from abroad but work in Belgium.